Beslagverbod
Voor beslag op inkomen geldt als uitgangspunt dat alles onder het beslag valt, tenzij de wet anders regelt. Zo geldt voor een aantal regelingen en voorzieningen de beslagvrije voet (zie verderop) of zelfs een beslagverbod. Het beslagverbod zorgt ervoor dat er geen of slechts door bijzondere schuldeisers beslag gelegd kan worden.
Voorbeelden hiervan zijn:
- bijzondere bijstand w.o. de individuele inkomenstoeslag en de individuele studietoeslag, hier kan geen beslag op worden gelegd.
- huurtoeslag, alleen de verhuurder kan beslag leggen voor een huurschuld
- kinderbijslag, alleen voor verhaal van uitkering voor levensonderhoud van kind
- zorgtoeslag, alleen de zorgverzekeraar kan beslag leggen voor een premieachterstand basisverzekering
- onkostenvergoeding ambtenaren
- studiefinanciering
- tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
- overlijdensuitkering ANW, AOW, TW, Wajong, WAO, WIA, ZW
- extra verhoging vanwege hulpbehoevendheid Wajong, WAO, WIA
- tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
- extra tegemoetkoming AOW en ANW
Voor ambtenaren is nadrukkelijk in de wet geregeld dat voor de onkostenvergoeding een beslagverbod geldt (art. 116 Aw). Dat is niet het geval bij werken in loondienst. Toch wordt in algemeen aangenomen dat ook dan de reële onkostenvergoeding niet onder het beslag valt. De kosten worden immers gemaakt om het loon te verwerven.